Pieten Pepernoten Pictionary

Groep: groep3,groep4
Vakgebied: algemeen
Thema: sinterklaas
Omschrijving: Leuk spelletje voor het thema sinterklaas
Zoekwoorden: sint piet sinterklaas nicolaas pepernoot pictonary spel

Pieten Pepernoten Pictionary
Het spel:      (de regels)
Het spel bestaat uit vragen, stellingen, tekenopdrachten en doe opdrachten.
D.m.v. het gooien van een dobbelsteen wordt bepaald wat voor soort opdracht
gedaan moet worden:
1=vraag beantwoorden   (Bij de quizvragen stel je een vraag aan een team, de
andere teams moeten nu stil houden.)
2=stelling (!!   Indien een team 2 gooit doet de hele klas mee met de stelling, ze
steken hun bordje juist of onjuist omhoog, iedereen kan dus

pepernoten
verdienen)
3=tekenopdracht (per team, de rest is stil, gaat op tijd)
4=uitbeelden (per team, de rest is stil, zeg erbij dat het allemaal situaties zijn waar
een piet zich bevindt. Dus Piet in een….. 1 beeld uit en de andere 2 raden.)
5=eigen keuze
6=surprise uitpakken (1 team kiest zelf welke surprise ze uit gaan pakken)
Het wordt gespeeld met 6 teams van 3 personen = 18 leerlingen.
Per goed beantwoorde vraag krijgt het team 1 pepernoot. Bij 2 pepernoten mag het
team 1 surprise van de stapel pakken, maar nog niet uitpakken, hiervoor moeten ze
eerst 6 gooien. (de leerkracht bekijkt hoe snel/langzaam het spel verloopt en kan
deze regel aanpassen naar bijv. bij 3 pepernoten surprise pakken, of direct bij het
goed beantwoorden van een vraag als het spel te lang gaat duren. Dit aanpassen
van de regel geldt voor het gehele spel).
Per team telkens 1 opdracht, dus niet bij een goed beantwoorde vraag nog eens,
maar doorgaan naar het volgende team!
Als 1 team alle surprises uitgepakt heeft kan dit team zich OPSLPLITSEN onder de
andere teams. Dus ze zitten dan niet meer bij elkaar, maar kunnen het andere team
meehelpen. Zo blijft iedereen meedoen en worden de teams groter.
Laat de teams eerst een team naam verzinnen die bij het sinterklaas thema past,
spreek het team steeds bij die naam aan.
JOKER: Deze hebben de kinderen voor hun team gemaakt tijdens een
handvaardigheidles. Deze joker kunnen ze inzetten als ze de vraag niet weten d en
de volgende vraag/opdracht van de stapel willen hebben. Die krijgen ze dan ook en
de eerste vraag gaat onderop de stapel. Deze vraag/opdracht kan dus later nog eens
terugkomen.
Algemeen: De kinderen mogen niet door elkaar heen praten. Bij het beantwoorden
van de vragen moeten ze eerst met elkaar overleggen. Meteen het goede antwoord
schreeuwen mag niet, ze zijn een team en moeten samen spelen. Wanneer een
team toch gaat schreeuwen, of ruzie krijgt moeten ze dat binnen het team oplossen.
Teams die zich niet aan de regels houden bij een vraag worden voor die vraag
gediskwalificeerd.b. Er wordt dus echt samengewerkt
De benodigdheden:

Bord + krijt

Juist en onjuist bordjes voor de teams

Pepernoten

vragen; stellingen; tekenopdrachten’uitbeeldopdrachten op verschillend
gekleurde kaartjes per categorie.
De vragen:
Open vragen:
1.
Hoe wordt het hoofd deksel van Sinterklaas ook wel genoemd? Mijter.
2.
Op wat voor boot komt de goede sint naar onze land toe gevaren?
Stoomboot.
3.
Uit welk land komt de goede sint? Spanje.
4.
Maak het liedje af: Hoor de wind waait door………………………….de bomen.
5.
Wie zoet is krijgt lekkers wie stout is……………………….de roe
6.
En rijd toch niet stilletjes mijn……………huisjes voorbij.
7.
Piet heeft 1250 pepernoten, er zijn 50 kinderen, hoeveel krijgen zij ieder? 25.
8.
Sint heeft 80 chocolade letters en er zijn 16 kinderen, hoeveel letters krijgen zij
ieder? 5
9.
Piet heeft 800 pepernoten in zijn zak zitten, een vijfde valt eruit doordat er een
klein gaat je in de zak zit, hoeveel heeft hij er nog over? 800:5= 160 dus 640.
10. Welke chocolade letter wordt het vaakst verkocht? M
11. Hoe wordt het paard van sinterklaas genoemd? Schimmel/ Amerigo
12. Op welke datum kwam sinterklaas aan in Nederland? 18 november.
Stellingen:
Waneer er een stelling wordt voorgelezen, doen alle teams mee. Nadat de stelling is
voor gelezen, blijven de borden naar beneden. Pas wanneer ik het zeg gaat het bord
omhoog, dan mag er niet meer gewisseld worden.
1.
De allereerste eetbare letters doken op in een klooster. Juist.
2.
Kinderen kregen daar les in schrijven. Ze moesten met de koekletters
woorden vormen en ze mochten de lekkernijen (letternijen?) uiteindelijk
opeten als ze de woorden juist gespeld hadden. Juist
3.
De enige echt sinterklaas is geboren in Turkije. Juist Sint Nicolaas is geboren
in het Turkse kustplaatsje Patara rond 245 na Christus.
4.
Per jaar worden er rond de 25 miljoen chocolade letters gemaakt. Onjuist 15
miljoen.
5.
Als je vroeger van iemand een speculaasje kreeg, betekende dat de afzender
je niet aardig vond. Onjuist, was juist een liefdesverklaring.
6.
Economie. Als de Sinterklaastijd aanbreekt, wrijft het bedrijfsleven in zijn
handen. De Sint en al zijn "hulpsinten" geven maarliefst anderhalf miljard uit
aan cadeaus. Juist
7.
Marsepein (amandelbrood met Indische rietsuiker) ontstond in de 17e eeuw.
Het werd in eerste instantie bekend als 'het snoepje dat je aan je geheime
liefde geeft', juist
8.
Sinterklaas wordt in heel Europa gevierd. Onjuist
9.
Surprise. Ongeveer 2,5 miljoen Nederlanders vieren Sinterklaas door een
gezellige surprise-avond te organiseren. Juist
10. Roe. Een roe bestaat normaal gezien uit berkentakken met een rolletje
bamboe er omheen. juist
11. Zie ginds komt de stoomboot is absoluut het bekendste Sinterklaasliedje. De
meeste Nederlanders hebben deze 19e eeuwse tekst compleet in hun hoofd
zitten. Van alle andere liedjes over de Sint kent men 1 couplet of minder. Juist
12. De kerstman bestond eerder dan Sinterklaas. Onjuist
13. Marsepein is gemaakt van kokos en suiker Onjuist
14. Sinterklaas wordt in België gevierd. Juist
Tekenopdrachten:
Deze opdracht wordt per team gespeeld. Een kind gaat tekenen de rest raad. De
andere teams mogen niks zeggen. Wanneer het kind begint te tekenen gaat de
zandloper lopen. Wanneer het binnen de tijd geraden wordt zonder voorzeggen van
een ander team of de tekenaar, wint het team een pepernoot.
1.
Stoomboot
2.
Sinterklaas
3.
Zwarte piet
4.
Zak met cadeautjes
5.
Het paard van sinterklaas
6.
De staf
7.
De mijter
8.
Een strooiende piet
9.
Het grote boek van Sinterklaas
10. boot
11. de wegwijspiet
12. de daken
Uitbeelden:
Zwarte piet op het paard ,
Zwarte piet in de disco,
Zwarte piet op het voetbalveld
Zwarte piet bij de bakker

Zwarte piet bij de tandarts
Zwarte piet op vakantie
Zwarte piet in het restaurant
Zwarte piet op het dak
Zwarte piet onder water
Zwarte piet in de kerk
Zwarte piet bij Sinterklaas op schoot
Zwarte piet achter de computer
Afsluiting: Als iedereen zijn surprise heeft uitgepakt. Het zou kunnen zijn dat het te
lang duurt, dan versnel je het dus als leerkracht door bijv. direct bij een goed
antwoord een surprise te laten pakken en uitpakken.